Van leenstelsel naar basisbeurs

Menig student herkent het wel: het einde van de maand nadert, wat betekent dat de stress om de uitgaven toeneemt. Geen drankjes meer op het terras, maar nog enkel goedkope maaltijden thuis. Gelukkig duurt deze stress niet lang. Elke maand rond de 24e stort de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) namelijk opnieuw geld op je rekening.

Elke student in hoger onderwijs heeft namelijk het recht op een prestatiebeurs. Ook wel bekend als het leenstelsel. Dit stelsel houdt in dat alle hbo studenten en studenten aan de universiteit maandelijks een bedrag naar wens op hun rekening mogen én kunnen ontvangen. Dit brengt niet met zich mee dat studenten duizenden euro’s per maand kunnen aanvragen. De student is gebonden aan het maximale bedrag dat de overheid heeft vastgesteld, plus de vraag of de student collegegeldkrediet wil ontvangen. In dat geval kan de student ongeveer €1100 euro per maand ontvangen. Zoals de naam al duidelijk maakt, moet je het geld dat je per maand ontvangt achteraf weer terugbetalen aan de overheid. Het is immers een leenstelsel. Op het moment dat de student de studiefinanciering stopzet, begint de aanloopfase. Dit zijn twee jaren waarin de lening nog niet terugbetaald hoeft te worden. Wel wordt vanaf de start van de aanloopfase de rente vastgezet. Deze rentevaste periode duurt 5 jaar en wordt daarna opnieuw vastgesteld. De afgelopen jaren was de rente steeds 0%, maar vanaf 1 januari 2023 zal de rente stijgen naar 0,46% voor het hoger onderwijs. De rente wordt steeds per maand berekend, over de totale restschuld. Ondanks de stijging blijft de periode waarin men kan terugbetalen ongewijzigd. De aflosfase is en blijft namelijk 35 jaar. Hoeveel je per maand moet afbetalen, is afhankelijk van je inkomen en draagkracht. Op de website van DUO is hierover meer informatie terug te vinden en daarnaast kun je aan de hand van een rekenhulp berekenen hoeveel jij maandelijks ongeveer kwijt zal zijn aan aflossing.

Doordat studenten vaak jaren achter elkaar lenen, ontstaat een hoge studieschuld en een angst om te kiezen voor een vervolgopleiding. Om die reden heeft het kabinet ervoor gekozen om terug te gaan naar het ‘oude’ systeem: de basisbeurs. Volgens de basisbeurs ontvangen studenten in het hoger onderwijs iedere maand maximaal €274,90 euro als ze uitwonend zijn, of €110,30 euro als ze nog thuis wonen. De totale schuld die ze opbouwen aan de hand van de basisbeurs hoeven ze vervolgens niet terug te betalen indien ze hun diploma binnen 10 jaar behalen. Leent de student meer dan €274,90 euro of €110,30 euro per maand, dan wordt dit deel gezien als een lening en moet de student het ‘extra’ geleende geld wél terugbetalen, met rente. De terugbetaalregeling is hetzelfde als bij het leenstelsel.

Studenten die zijn begonnen met studeren tussen 2018 en 2022 liepen de basisbeurs mis en hebben een (veel) grotere studieschuld. De overheid wil deze studenten tegemoetkomen. Studenten die 4 jaar hebben gestudeerd, krijgen mogelijk €1436 euro als korting op de totale studieschuld. Studenten die in 2022-2023 gaan studeren, krijgen mogelijk €358 euro korting op de totale studieschuld. Afgestudeerden ontvangen daarnaast mogelijk een korting vanaf 2025. In alle drie de gevallen kan de student er ook voor kiezen om het bedrag uitbetaald te krijgen.

Minister Dijkgraaf (OCW) heeft op 24 oktober 2022 het wetsvoorstel voor de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs wordt begin 2023 verwacht. Als het wetsvoorstel door beide Kamers is behandeld krijgen alle studenten een bericht van DUO over het aanvragen van de basisbeurs. Dit zal naar verwachting vanaf de zomer van 2023 mogelijk zijn.